🇳🇱 nl de 🇩🇪
kunnen verb |
|
---|---|
|
können |
|
weg können |
- overweg kunnen
- zurechtkommen
- uit de voeten kunnen
- zurechtkommen
- er kunnen geen twee kapiteins zijn op een schip
- viele Köche verderben den Brei
- iemand om zijn vinger kunnen winden
- jemanden um den kleinen Finger wickeln
- bergen kunnen verzetten
- Berge versetzen können
- aan iemand een voorbeeld kunnen nemen
- sich von jemandem eine Scheibe abschneiden können
- iemand niet kunnen uitstaan
- jemandem nicht grün sein
- scheef kunnen lopen
- ins Auge gehen
- iemand niet kunnen luchten of zien
- jemanden gefressen haben
Wiktionary Links
- Nederlands: kunnen