🇳🇱 nl de 🇩🇪
slaan verb |
|
---|---|
|
schlagen |
|
ausschlagen |
- de spijker op de kop slaan
- den Nagel auf den Kopf treffen, den Keil auf den Kopf schlagen
- op hol slaan
- Massenpanik
- altijd op hetzelfde aanbeeld slaan
- immerzu auf einem Ambosz schmieden
- (in elkaar) slaan
- prügeln
- twee vliegen in één klap slaan
- zwei Fliegen mit einer Klappe schlagen
- bont en blauw slaan
- grün und blau schlagen
- een goed figuur slaan
- eine gute Figur machen
- de hand aan zichzelf slaan
- Hand an sich legen
- een goede slag slaan
- einen guten Schnitt machen
Wiktionary Links
- Nederlands: slaan