🇬🇧 en nl 🇳🇱
single adjective
/ˈsɪŋɡl̩/
,
/ˈsɪŋɡəl/
|
|
---|---|
|
alleenstaand |
|
enkel |
single noun
/ˈsɪŋɡl̩/
,
/ˈsɪŋɡəl/
|
|
---|---|
|
single |
|
vrijgezel |
singles |
|
---|---|
enkelspel |
- single room
- eenpersoonskamer
- single market
- gemeenschappelijke markt
- single out
- uitpikken, kiezen
- single-minded
- zeker
- single bed
- eenpersoonsbed
- single-parent family
- eenoudergezin
- I'm single
- ik ben alleenstaand
- are you single
- ben je alleenstaand?, bent u alleenstaand?
- a journey of a thousand miles begins with a single step
- een reis van duizend mijlen begint met een enkele stap
🇳🇱 nl en 🇬🇧
single |
|
---|---|
bachelorette |