🇳🇱 nl fr 🇫🇷

voor preposition

  /vor/
  • eerder in tijd
avant, devant
  • ten behoeve van, ten gunste van
pour
  • dichterbij dan (gezien vanaf de spreker of anderszins)
devant

voor noun

  /vor/
  • (landbouw) lange, smalle en ondiepe insnijding in een akker, gewoonlijk door een ploeg aangebracht
sillon
Wiktionary Links