🇬🇧 en nl 🇳🇱

if conjunction

  /ɪf/
  • Supposing that; given that; supposing it is the case that.
 als, indien, as
  • (sometimes, _, proscribed) Whether; used to introduce a noun clause, an indirect question, that functions as the direct object of certain verbs.
 of

if noun

  /ɪf/
  • (informal) An uncertainty, possibility, condition, doubt etc.
 als
if only
hebben, maar, was het maar zo dat
as if
alsof, tuurlijk, vast
if need be
desgevallend, desnoods, indien noodzakelijk
if the mountain won't come to Muhammad
als Mohammed niet naar de berg komt, moet de berg maar naar Mohammed
if anything
bovendien
if I were you
als ik jou was, als ik u was
if and only if
dan en slechts dan als, als en slechts als
if I'm not mistaken
als ik het goed heb, als ik me niet vergis
if my aunt had balls, she'd be my uncle
als mijn tante wieltjes had, dan was ze een locomotief
Wiktionary Links